Provincie Noord-Holland stimuleert vanuit haar voedselvisie de transitie naar een duurzamer voedselsysteem in de regio. Inspiratie, kennisdeling en samenwerken aan innovatieve oplossingen hebben in de aanpak een centrale rol. In een rondetafelgesprek bracht Provincie Noord-Holland een vegan kaasmaker en agrariërs bij elkaar.
Willicroft, een bedrijf dat vegan kaas maakt in Amsterdam zocht boeren uit de regio die witte bonen voor het bedrijf zouden kunnen telen. Om een concrete match te maken werd een rondetafelgesprek georganiseerd. Verschillende partijen schoven aan om over de casus mee te denken, zoals Het Louis Bolk Instituut, studenten van de universiteit van Wageningen, geïnteresseerde boeren, gedeputeerde Ilse Zaal en stichting Voedsel Verbindt.
De boeren blijken wel interesse te hebben in de teelt van witte bonen. Echter hebben zij ook twijfels over oogstrisico’s. Dit in combinatie met onzekerheid of er wel genoeg afnemers zouden zijn, hield hen tot dusver tegen. Brad Vanstone van Willicroft is geïnteresseerd in de bonen, omdat zij een goed lokaal basisingrediënt kunnen vormen voor zijn vegan alternatief voor kaas. In aanloop naar dit rondetafelgesprek hebben studenten van Wageningen University en Research een onderzoek uitgevoerd naar welk ras het meest geschikt is en wat nodig is voor het succesvol en op regeneratieve wijze telen ervan in Nederland.
Samenwerken
Om twijfels over oogstrisico’s weg te nemen werd in het gesprek geopperd om op kleine schaal te beginnen en een studiegroep op te richten. De verschillende boeren telen daarin allemaal voor een deel witte bonen. In samenwerking met de onderzoeksinstituten wordt gekeken naar wat succesfactoren zijn en wordt kennis onderling gedeeld. Een voordeel van zo’n samenwerkingsverband, waarin verschillende bedrijven voor een klein deel de teelt verwerken in hun bouwplan, is dat de impact van bijvoorbeeld een misoogst minder groot is.
Het idee is om klein te beginnen en daarna samen duurzaam verder te groeien en ook nieuwe afnemers te vinden.
Al met al kan er gesteld worden dat het een succesvolle bijeenkomst was. Brad Vanstone gaat verder in gesprek met de boeren. De verwachting is dat in januari een contract kan worden getekend.
10 x vraag en antwoord uit de sessie
Spoelt de stikstof die wordt vastgelegd door het gewas in de winter niet uit als nitraat in de sloot en het grondwater? Die stikstof zit gebonden in wortelknolletjes van het gewas en zal langzaam vrijkomen, met inderdaad risico op uitspoeling. Daarom is het verstandig om in of direct na het bonengewas een vanggewas te zaaien of in het najaar na de boon een wintergewas te telen. Deze gewassen nemen de stikstof die vrijkomt op.
Hoe zit het met het verdienmodel van de droge witte bonen?
per ha. kan je 2 tot 2,5 ton witte droogbonen oogsten. Dit is een lage opbrengst (t.o.v. andere maaigewassen). De productprijs ligt echter hoger. Daarmee kan de teelt wel uit, maar je moet er ook rekening mee houden dat het oogstrisico van het gewas behoorlijk is, vooral door de late oogst in september, wanneer de omstandigheden vochtiger beginnen te worden.
Wat voor gronden zijn goed voor de witte boon?
Traditioneel worden bonen geteeld in zeeklei gebieden, maar de boon kan zwaardere en lichtere gronden ook aan, mits goed ontwaterd en luchtig. Hoeveelheid organische stof in de bodem is niet heel erg van belang bij dit gewas, mits de grond niet te zuur is.
Welke rassen van de witte boon zijn er? Met welke rassen was het experiment etc. gedaan?
Dit jaar zijn proeven gedaan met het West-Friese landras Krombekken, met het Franse ras Duplex en met Peabean en Yeti uit Canada. We kunnen nog niet veel zeggen over de meest geschikte rassen, want de omstandigheden waren nogal extreem wegens droogte en onkruid. Momenteel doet Willicroft tests in de kaasmakerij. Volgend jaar herhalen we de experimenten.
Wanneer de witte boon zaaien en oogsten?
Het gewas staat vrij kort op het land; Ongeveer 100 dagen. Omdat de boon een hoge kiemtemperatuur heeft , kun je pas zaaien in mei. Pas in augustus/september is het gewas volledig afgerijpt en zijn de bonen hard.
Is de witte boon telen ook goed te combineren met agroforestry?
Daar is geen specifieke informatie over bekend. Wel bekend is dat het wortelstelsel is ingericht op samenwerking met het bodem microbioom (bv. de Rhizobium bacterie voor stikstofbinding). Waarschijnlijk is het rijke microbioom van een agroforestry systeem gunstig voor de witte boon. Interessant om uit te proberen.
Zijn er ook andere producten waarin de witte boon verwerkt zou kunnen worden, naast de Willicroft kaas?
Ja, het zou voor boter, melk of vleesvervangers ook gebruikt kunnen worden.
Wat zijn de risico’s van het gewas telen?
Vooral door de late oogst in september, wanneer de omstandigheden vochtiger beginnen te worden, kunnen schimmelziektes de kop op steken. Het is een vrij open gewas, onkruidbeheersing is belangrijk. Mechanische onkruidbestrijding met de eg en later de schoffel is goed mogelijk. Je zou ook kunnen denken aan de onderzaai van een groenbemester om onkruid minder kans te geven.
Wat voor soort contractvorm past er het beste bij deze risicovolle nicheteelt? Zodat risico’s gespreid kunnen worden en de prijs van de teelt interessant blijft voor de telers om op te blijven inzetten.
Willicroft kan het risico deels afdekken door op verschillende locaties te laten telen. In het contract zou een aantal ha’s met een afname garantie tegen een vaste prijs moeten staan. Maar het kan ook zijn dat een teler (bijna) niets oogst; hiervoor is op dit moment geen kant en klare oplossing, maar hierom is het wel van belang voor Willicroft om een aantal vaste telers te binden.
Wat voor materieel behoeft deze teelt?
Een standaard nokkenrad of pneumatische zaaimachine, eg- en schoffeltuig. In Nederland komt het gewas vaak niet tot volledige afrijping. Vóór de oogst wordt het gewas daarom vaak met een messenbalk ‘in het zwad’ gemaaid. Daarna komt de combine, idealiter met een invoerband die ook wel in graszaad wordt gebruikt. Voor de kaasmakerij is breuk van de bonen (halve bonen) niet erg, wat het combinen makkelijker maakt.