Knolcyperus mechanisch bestrijden

De Knolcyperus is een zeer invasief woekerkruid. Het is een vrees voor bloembollentelers en inmiddels ook voor akkerbouwers. Op 2 percelen van de provincie zijn daarom praktijkproeven gedaan om te kijken of de knolcyperus kan worden bestreden, en welke methoden hiervoor effectief zijn.

In Zuid-Nederland en België is het woekerende kruid inmiddels op veel percelen te vinden. Ook in Noord-Holland is het een probleem. “Het probleem is veel groter dan officieel bekend. Vanwege de exportgevolgen zit het probleem in de taboesfeer.” Vertelt Bart Witte, grondbeheerder bij Provincie Noord-Holland: “Het belang van bestrijding is voor ons, maar ook voor de sector, zeer groot. Op grond met Knolcyperus geldt een teeltverbod. Het is ook niet meer te verpachten als bollengrond. En ook voor akkerbouw is het niet in te zetten, in verband met kans op verspreiding via machines bij rooivruchten. Zolang er geen effectieve bestrijdingsmethode is kun je er alleen grasland van maken, maar het knolletje woekert ondertussen door…. Daarom nemen we het initiatief om bestrijdingsmethoden te onderzoeken, hopende op een sneeuwbaleffect binnen de sector en instanties. Duurzaamheid staat voor ons voorop, dus we gaan hierbij uit van methoden zonder chemische middelen.”

De testen gebeuren op percelen van de provincie bij Egmond aan den Hoef. Twee methoden worden ingezet:

Stroom

De Zasso van Loonbedrijf Thijssen werkt met elektrolyse. 8.000 Volt wordt op het kruid afgevuurd via het blad, en moet het knolletje in de bodem doden. De Zasso is 3 meter breed en doet het in 2 uur per hectare. De grote capaciteit is een voordeel, al is tijdens de testen gebleken dat dit wel meerdere keren herhaald moet worden (bijv. om de 2-3 maanden). Je krijg namelijk hergroei omdat deze methode de onderste (slapende) knolletjes nog niet bereikt. Mogelijk geeft deze methode een schoon veld na 2-3 jaar.

Stoom

De innovatieve machine van Loonbedrijf Daan Hachmang werkt met stoom. Metalen pennen met gaatjes gaan 40 centimeter de grond in, om tot ruim op die diepte knolcyperusknolletje “dood te koken”. Het behandelen van een paar kubieke meter grond duurt nu met deze methode 20 minuten, maar er wordt nog geëxperimenteerd met de behandeltijd en frequentie: Wat is genoeg en wat is praktisch werkbaar? Naast de ideale behandelduur, moeten ook de neveneffecten in de bodem nader onderzocht worden. Twee maanden na een eerste behandeling is er nog geen nagroei geconstateerd. “Knolletjes van op verschillende diepte zijn meegenomen voor onderzoek naar PLV Belgie. Daar zit de jarenlange kennis en expertise ” vertelt Witte.

Herkenning

De knolcyperus laat zich vooral in juli en augustus bovengronds zien, maar wordt ook dan niet altijd herkend. Over die herkenning filosoferen een aantal kwekers die bij de testvelden zijn komen kijken met Witte. Herkenning in een vroeg stadium is essentieel voor effectieve bestrijding. Gedacht wordt aan de inzet van drones, die het onkruid kunnen herkennen voordat het echt gaat woekeren. Bollenkweker Stef Ruiter waarschuwt: „Dat klinkt makkelijk, maar dat is het niet. Die software moet nog geschreven worden en dat kost al snel acht maanden.” Deze technische oplossingsrichting zou dus nog wel veel tijd en geld kosten. Voorlopig is visuele controle nog essentieel.

De praktijkproeven lopen nog even door

“We volgen de met de stoommachine behandelde plekken en ook de effecten van elektrolyse met de Zasso blijven we in de gaten houden.” Zegt Witte. Naast het uitvoeren en monitoren van de praktische proeven in Egmond aan den Hoef, blijft hij kennis verzamelen. Ook beoogt de Provincie partijen uit verschillende sectoren bij elkaar te brengen rond het thema. “Kennisdelen is een belangrijke stap om dit woekeronkruid uit de taboesfeer te halen.”

Deel dit artikel met anderen!

Facebook
Twitter
LinkedIn
WhatsApp
E-mail

Aanmelden voor onze nieuwsbrief?