Alle landbouwsectoren krijgen in de nabije toekomst te maken met kostprijsverhogingen en verzwakking van de internationale concurrentiepositie. De vraag is nog wel of sectoren de rekeningen onderling door kunnen schuiven. Welke circulaire kansen zijn er? Boerderij van de Toekomst en NPPL (Nationale Proeftuin Precisie Landbouw) organiseren hierover op 16 maart een Webinar. Het Webinar begint om 20:00 en is later ook online terug te kijken.
Sprekers
Pieter de Wolf – Senior praktijkonderzoeker/projectleider verduurzaming landbouw – Wageningen University & Research
“De mestproductie van de Nederlandse veehouderij gaat verder afnemen, waarbij er straks nog minder dierlijke mest beschikbaar is dan (op basis van fosfaat) mag worden toegepast op landbouwgrond. De melkveehouderij wordt grondgebonden en zal daarmee alle mest op eigen grond inzetten of via samenwerking bij naburige akkerbouwers. Wat zijn de economische consequenties voor alle veranderingen? – Met een nationaal tekort aan dierlijke mest is het streven naar verruiming van bemestingsnormen voor dierlijke N en P een achterhaalde discussie. De nieuwe uitdagingen worden: Hoe wordt het oplopende tekort aan NPK ingevuld: dit is in theorie oplosbaar met kunstmest, maar daar hangt ook een fors prijskaartje aan. Zal daardoor ook de vraag naar nutriënten uit menselijke reststromen toenemen? Het tekort aan organische stof is minder makkelijk oplosbaar, omdat alternatieve bronnen (compost, groene reststromen) beperkt beschikbaar zijn. Organische stof moet in de toekomst vooral in het eigen bouwplan geproduceerd worden.”
Wim van Dijk – onderzoeker nutriënten en bodem – Wageningen University & Research
“De productie van veevoer is een neveneffect van voedselproductie, omdat een duurzame vruchtwisseling vaak (rust)gewassen bevat die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie én omdat veel voedselgewassen bij verwerking ook reststromen opleveren die geschikt zijn als veevoer. In de kringloop met veehouderij, industrie en het humane systeem staat wederkerigheid centraal: de boerderij van de toekomst levert producten, maar vraagt daar een evenredige hoeveelheid nutriënten voor terug. Aanvullingen op de dierlijke mest vinden bij voorkeur plaats via externe circulaire stromen, zoals groene stromen uit natuurgebieden en stedelijk groen en industriële reststromen. Als het niet anders kan enige kunstmest, met minimalisering van verliezen naar het milieu (N, P, broeikasgassen) en positieve C-balans bodem.”
Klaas Schenk – Akkerbouwer en lid van LTO vakgroep Akkerbouw/vollegrondsgroente, NO Akkerbouw en NAK
Klaas is initiatiefnemer van het project zoetwaterboeren. Hij past in de praktijk moderne, duurzame bedrijfssystemen toe vanuit beschikbaarheid van zoet water, bodemgezondheid, sterke planten met oog op de door de maatschappij ontwikkelde wensbeelden. Hij kan vanuit praktijk en onderzoek laten zien wat de (on)mogelijkheden zijn van de beelden tegenover de beschikbaarheid van voedsel. Vanuit de interesse voor low impact farming kijkt Klaas ook naar de mogelijkheden voor hergebruik van meststoffen , gewonnen vanuit gewonnen water, en het gat in onze kringloop, de mens.
Tom Hendrickx – Kennis- en innovatiemanager CropSolutions
Tom is specialist in bemesting akkerbouw met bijna 30 jaar praktijkervaring als adviseur in ZuidWest Nederland. Hij heeft veel initiatieven ontplooid om Organische mest en Bodemverbeteraars te positioneren in het bemestingsplan van de akkerbouwer en daarbij vraag en aanbod kwalitatief af te stemmen. “De Nederlandse akkerbouwer staat in het licht van de komende regelgeving voor een belangrijke uitdaging om zijn bodemvruchtbaarheid op peil te houden en daarbij de kosten van bodem- en gewasvoeding concurrerend te houden”. Ton is actief in relevante onderzoekstrajecten als PPS Betere Stal, Mest en Oogst en de PPS Beter Bodembeheer.