Wijnand Sukkel is onderzoeker duurzame bedrijfssystemen en agro-ecologie bij Wageningen University and Researchcentre BU ‘open teelten’ te Lelystad. Hij is (mede) initiatiefnemer van Proeftuin voor agro-ecologie en technologie, Boerderij van de Toekomst en onderzoek aan strokenteelten, mengteelten en agroforestry.
“De wereld wordt getroffen door Corona, een grote pandemie die het openbare leven lam heeft gelegd. Een bijzondere parallel doet zich voor bij planten en dieren. Iepenziekte, essentaksterfte, eikenprocessierups, varkenspest, vogelgriep en allerlei ziekten en plagen in onze gewassen. Ze kunnen razendsnel om zich heen grijpen omdat grote hoeveelheden individuen van hetzelfde soort dicht bij elkaar staan. De sterk toegenomen schaalgrootte, mechanisatie en specialisatie in de landbouw heeft dit verder uitvergroot. Steeds grotere oppervlakten van genetisch steeds uniformere gewassen waar ziekten en plagen zich steeds gemakkelijker kunnen verspreiden. De meest toegepaste remedie in de landbouw is bescherming en bestrijding door toepassing van chemie. Maar die oplossing staat onder druk. De daadwerkelijke of beleefde gevolgen van de toepassing van deze oplossing worden echter steeds minder geaccepteerd door de maatschappij.
Er zijn verschillende oplossingen voor dit probleem. We kunnen onze gewassen nog meer beschermen door er bijvoorbeeld een dakje boven te doen. We kunnen de ziekte of plaag in een zeer vroeg stadium opsporen en de eerste zieke individuen behandelen of isoleren. We kunnen nog slimmere en minder schadelijke chemie ontwikkelen en toepassen, of we kunnen door plantenveredeling resistentie inbouwen in de gewassen. Allemaal oplossingen die in combinatie ons waarschijnlijk weer een tijdje vooruit kunnen helpen. Maar de kern van het probleem wordt hiermee niet aangepakt. Die kern is dat we veel genetisch sterk overeenkomende individuen in gigantisch grote aantallen vlakbij elkaar zetten. Dit systeem blijft inherent gevoelig voor ziekten en plagen die zich steeds weer aanpassen aan de barrières die we opwerpen.
Er is wel een oplossing die de kern van dit probleem aanpakt en dat is overeenkomstig met wat we in corona termen ‘ social disctancing’ noemen. Dat is de toepassing van ruimtelijke gewasdiversiteit. Er zijn hier vele vormen van zoals mengteelt, strokenteelt, agroforestry en ’pixel farming’. In feite is vruchtwisseling ook een vorm van gewasdiversiteit, maar dan in de tijd. Er is veel wetenschappelijke onderbouwing dat gewasdiversiteit helpt om de verspreiding van ziekten en plagen sterk te beperken. Maar daarnaast zijn er nog andere voordelen die bij de juiste gewascombinaties kunnen optreden, zoals efficiënter gebruik van voedingsstoffen en water, hogere opbrengst, meer biodiversiteit en betere bodemkwaliteit.
Waarom passen we dit dan niet toe? De belangrijkste reden is arbeid en kosten. Met de huidige kennis, de huidige mechanisatie, de huidige productiemiddelen en de huidige regelgeving is het vrijwel niet mogelijk om voor een vergelijkbare kostprijs te produceren als nu gangbaar is.
Kan dat anders? Ja dat kan… maar dit zal een grote omslag vergen in de beschikbare technologie, mechanisatie, productiemiddelen, regelgeving en kennis. Daar moeten we in investeren! En we moeten tegelijkertijd de boer de ruimte geven om deze ontwikkeling door te kunnen maken. Zoals met een eerlijke prijs voor het product en financiële ondersteuning voor de omschakeling naar een aangepast productiesysteem. En de boeren… die willen wel, maar wel met een eerlijke prijs voor het product, de maatschappelijke waardering voor veilig en gezond voedsel, voor een mooi landschap en voor de vlinder, de bij en de grutto die je in het boerenland tegenkomt”.
Ik zou graag een blog zien van John Huiberts, biologische bollenteler“.
Meer informatie over gewasdiversiteit en toekomstige landbouw is te vinden op o.a.: