Akkerbouwer (pootaardappelteler) Patrick de Wit (25) uit Wieringerwaard doet er veel aan om op zijn bedrijf de kringloop te sluiten. Zo werkt hij onder andere intensief samen met zijn buurman Jan Dijkhoorn, een veehouder.
Ons product wordt niet opgegeten
Patrick is een jonge boer met kennis en goede ideeën. Hij rooit pootaardappels die worden verkocht aan landen die dat product nog één keer opzetten om ze vervolgens op de consumptiemarkt te brengen. Bijvoorbeeld in de vorm van patat, chips of tafelaardappel. Patrick: “Ons product wordt eigenlijk niet opgegeten. Wij worden afgerekend op de pootaardappel. Deze moeten een mooie blanke schil hebben en zowel innerlijk als uiterlijk in topconditie zijn. Daar doen wij alles voor.”
Hoeveel grond hebben jullie?
Patrick: “Zelf hebben we 66 hectare. Onze buurman Jan Dijkshoorn en zoon Rob hebben een melkveebedrijf met ongeveer hetzelfde aantal hectare. Eens in de 3 jaar teel ik aardappels. Op het land van Jan telen we ook eenmaal in de drie jaar aardappels. En eens in de 6 jaar gras. Dit gras blijft twee seizoenen staan, waardoor het goed in de vruchtwisselingen met eens in de drie jaar aardappels past. De cyclus daarna telen we suikerbiet en we verhuren nog wat land voor tulpen. Wisselteelt en variatie werkt volgens onze insteek het beste. De gronden hier in Nederland zijn uitermate geschikt. Een uitstekend klimaat, we zitten naast de kust, hebben schone lucht en een lage ziektedruk. Dat levert een prachtig exportproduct op”. Patrick levert veel aan Noord-Afrika en Zuid-Europa.
Een samenwerking met je buurman, een veehouder. Leg eens uit?
“Ik ben in 2015 afgestudeerd aan de HAS Hogeschool. De zoon van de buren was ook rond die tijd net klaar. Zij maakten de keuze om hun veestapel uit te breiden en daar heb je toch grond voor nodig. Wij wilden ook uitbreiden. We zijn dus het gesprek aangegaan over wat we voor elkaar konden betekenen. Wat zij als afval produceren kunnen wij gebruiken als grondstof. De mest voedt de bodem. De WUR (Wageningen University & Research) onderzocht daarna onze bodem en concludeerde dat de vruchtbaarheid van ons land omhoog is gegaan. Dat kan te danken zijn aan onze samenwerking en wisseling van gewassen en het gebruik van de groenbemester.”
De kringlooplandbouwvisie van minister Carola Schouten in praktijk. Waar loop je tegenaan?
“Voornamelijk regelgeving. Wij zijn plantaardige telers en produceren een product, of dat nu graan is of aardappels. Dat wordt geconsumeerd door mens of dier. Als de mens het consumeert verdwijnt het restproduct in het riool en spoelt in zee. Dan ben je het kwijt. Terwijl fosfaat een delfstof is die eindig is. De wet, – en regelgeving omtrent het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen wordt ieder jaar behoorlijk aangeschroefd. Door samen te werken met onze buurman gaan we op ons bedrijf enorm efficiënt om met het gebruik van mest en dus fosfaat. We komen echter op een punt waarop we niet verder kunnen optimaliseren.
Als wij stro afvoeren, dan zou dat bijvoorbeeld naar een veehouder kunnen gaan. Je zou er ook voor kunnen kiezen om het stro achter te laten op het land. Dan heb je de voedingsstoffen direct op je land. Als wij het afvoeren naar een veehouder en we laten het een jaar later als ruige mest terugkomen dan telt het stro in de ruige mest ineens mee in de mestboekhouding. En dat is dubbel. Er gebeurt eigenlijk niets mee. Het wordt van A naar B gereden en terug van B naar A. Dat is het. Als je daarover nadenkt is het best wel raar. Wat we hier doen is gebruik maken van elkaars bedrijfsvoering waardoor we de kringloop in ons gebied zoveel mogelijk sluiten.”
Het huidige mestbeleid – Timing is everything –
Het mestbeleid geeft een einddatum aan voor bemesting. Teveel mest in het water of op het land is niet goed voor het oppervlaktewater en het grondwater. Ook omdat er soms drinkwater van wordt gemaakt. Boeren moeten zich daarom aan regels houden als ze mest gebruiken. Meer over het mestbeleid.
Patrick: ”Als de aardappels eraf zijn, komt er gras in. En om het gras een boost te geven wil je er wat mest op hebben. De uiterste mest uitrijdatum stond op 1 september en dat was altijd een race tegen de klok om ze eruit te krijgen.
Kijk, aan de ene kant wil ik dat het gras goed groeit, maar de aardappelen moeten wel rijp zijn om ze uit de bodem te halen. Nu is de uitrijdatum twee weken verlengd en heb je wat meer speling, en dan lukt het meestal wel. Als je het mest in december uitrijdt dan heeft het nul zin, want dan spoelt alles uit. Maar in de laatste weken van september en oktober heb je vaak nog hele mooie maanden en dan neemt de bodem het gerust nog op. Het liefst bemest ik pas als de aardappels eruit gaan, dan kan het gras er zo snel mogelijk weer in en pak ik die mooie dagen nog mee voor de groei van het gras. Dit alles vereist wel een strakke planning met mijn buurman voor wat betreft de mest, of een meer flexibele uitrijdatum”
Wat doen jullie specifiek voor de biodiversiteit en duurzaamheid op jullie land?
We zaaien sowieso het mengsel gras-klaver in. We ploegen zo min mogelijk. Omdat we meerjarig gras hebben is dat minder nodig. En dat is een stuk gezonder voor het bodemleven. Na de aardappels zaaien we 2/3 in met gras en 1/3 met een groenbemester voor de organische stoffen in de grond en ter bevordering van het bodemleven. Ook voor het drogen van de aardappel maken wij gebruik van natuurlijke trek. In onze schuur zetten we de deuren tegenover elkaar open en door die zuigende werking worden de aardappels in de kisten op een natuurlijke manier droog gezogen. En dat is een stuk duurzamer dan grote ventilatoren of kachels te gebruiken.
Een goed advies kan het verschil maken.
De kennis over circulaire bedrijfsvoering heeft Patrick onder andere van het internet. Ook heeft hij meegedaan aan een pilot ‘Vruchtbare Kringloop’ en wint hij advies van buiten in. Bijvoorbeeld van adviseur Wilco. Wilco werkt bij een adviesbureau dat bedrijven adviseert over teelt, bemesting en verwerking. Zo ook het bedrijf van Patrick. Patrick: ”Iedereen heeft zijn eigen strategie, je loopt niet zomaar bij je buurman het land op. Deze adviseur komt door heel Nederland, is gespecialiseerd in aardappels en ziet dingen toch eerder. Een goed advies kan het verschil maken tussen een goed en slecht eindresultaat.”