De provincie Noord-Holland bezit ongeveer 13000 ha grond. Hiervan is 3100 ha in gebruik als (vaar)wegen. Daarnaast is 7100 ha aan duingronden in beheer bij het PWN en wordt 1900 ha momenteel agrarisch verpacht.
Alle provinciale gronden worden aangekocht met een specifiek doel. Dit kan zijn aanleg of verbreding van wegen, veiligstellen van drinkwatervoorziening (PWN), speciale projecten of natuurbeheer. Totdat de plannen daadwerkelijk van de grond komen is het beheerteam van de sector Grond verantwoordelijk voor het tijdelijk beheer ervan. Bart Witte is een van de beheerders en verantwoordelijk voor de Noordkop, Regio Alkmaar (Bergen Egmond Schoorl) en het PWN duingebied. Wat doet een beheerder zoal? Wij gingen in gesprek met hem.
“In NH wordt ongeveer 1900 ha agrarisch verpacht. Wij doen dit sinds dit jaar met lange termijn contracten in plaats van èènjarige contracten. Relatiebeheer met pachters is een belangrijk facet als basis voor wederzijds begrip. Samen kijken waar knelpunten liggen en hoe we die deze proberen binnen het beleid op te lossen. Langdurige pachtcontracten geven zekerheid en ruimte voor optimalisatie van de doelen. We verpachten nu met een contractduur voor 4 jaar voor bouwland en bollenland en 6 jaar voor grasland. Voor gronden met bestemming Natuur gelden specifieke voorwaarden die pachters dienen na te leven. Een late maaidatum voor rust in het broedseizoen is er zo èèn. Daarnaast mag er niet met glyfosaat (bijv. Round up) gespoten worden op natuur gronden van de provincie. Telers moeten dus duurzamere alternatieve vinden zoals mechanische bestrijding in plaats van chemische.
Ons werk is heel divers. Naast het uitdragen van het beleid zijn wij als beheerders met name de antennes voor het beleid. Goed kijken en luisteren naar onze pachters, aanwonenden en tbo’s om te horen waar knelpunten liggen en deze terugkoppelen en toetsen aan ons beleid. De natuuropgave (Natuur Netwerk Nederland) is belangrijk binnen de provincie. In 2027 moet het Natuurnetwerk Nederland afgerond zijn. Dat beslaat in Noord-Holland zo’n 56.500 hectare, zo’n 15% van het oppervlak van de provincie. Dat betekent soms ook gronden buiten natuur bestemming aankopen om bedrijfsverplaatsingen (bijv. vanuit de duinen) te bewerkstelligen. De vrijkomende gronden in de duinen kunnen daarna worden omgezet in natuur. Deze processen zijn tijdrovend vandaar dat wij tussentijds beheer goed moeten regelen.
In Burgerbrug is onlangs met een project gestart wat als voorbeeld zou kunnen dienen voor de toekomst. De provincie heeft samen met Schapenbedrijf Rinnegom Landschapsbeheer een voormalige melkveehouderij aan de Burgerdijk in Schoorl aangekocht. Eigenaar Marijke Dirkson en partner Marin Orij gaan daar hun schapenhouderij huisvesten. Zij hebben de gebouwen en een deel van de graslanden gekocht en de provincie de rest van de gronden. Marijke had ruimte gebrek in Egmond voor haar ca 2000 schapen. Ze wilde graag een kringloopbedrijf realiseren en de Provincie zag dit als kans om hiermee vermindering van Stikstofuitstoot te realiseren. Met een kringloopbedrijf is het een uitdaging om CO2 footprint te minimaliseren. Rinnegom pacht de provincie gronden onder specifieke voorwaarden. Zo wordt per jaar de voortgang in omzettingen bekeken en waar nodig bijgestuurd. Voor Marijke en Bart een hele uitdaging. Daar zal o.a. ook de WUR als advies bij betrokken worden. De uitdaging is bijvoorbeeld op akkerbouwland zelf Luzerne te verbouwen zodat krachtvoer niet nodig is. Ook het stro verbouwen als graan waarbij het graan als voer dient en het stro als strooisel. Dit stro vormt tevens de basis als schapenmest voor de Bokashi, een natuurlijke grondverbeteraar. Dit zorgt weer voor een goed bodemleven. Goed bodemleven zorgt voor een goede opbrengst en zo gaan we op weg naar circulaire landbouw. De bedachte plannen kunnen dan jaarlijks bijgesteld worden. Op termijn koopt Rinnegom de gronden terug van de provincie.
Andere toepassing van Bokashi is met snijafval van o.a. knolselderij als basis zandgronden bemesten. Pachter Vaalburg (www.boerted.nl) zal dit op zandgrond in Egmond gaan toepassen. Interessant is wat de verschillen in analyses en mineralen tussen de twee Bokashi –toepassingen zijn. Beide gemaakt van verschillende reststoffen stromen uit agrarische bedrijven. Benutting van reststromen is een doel op zich. Door de Bokhasi op de percelen te laten composteren besparen we onnodige transporten. Dat scheelt in uitstoot maar ook in veiligheid en onderhoud op (veelal) onze wegen. Door de samenwerking met de agrarische sector kunnen we veel kennis vergaren en direct toepassen. Een mooie manier van innoveren. Ook met natuurbelangen kunnen we beide ons voordeel doen. Als beheerder houden we van de praktijk en zaken uitvoeren andere zijn beter in erover praten”.