Drie proeftuinen in Noord-Holland zijn gaan experimenteren met regeneratieve landbouw. Hoe krijgen we de bodem vitaal, zodat die met minder middelen meer opbrengst geeft? Dat is de kernvraag van het project. Er is een proeftuin in de Schermer polder, een nabij Ursem en een bij Dirkshorn.
“De bodem is de meest kostbare factor in de productie. Maatschappelijk gezien is het steeds minder gewenst om te spuiten om ziekten en plagen onder de duim te houden.” zegt Sytze Waltje, projectaccountmanager, vanuit DLV Advies betrokken bij de proeftuinen. “De druk op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen neemt toe. Ook boeren zelf zouden graag minder van deze middelen gebruiken. Daarom onderzoeken we in de proeftuinen voor regeneratieve landbouw hoe we de bodem weer veerkrachtig, gezond en vitaal kunnen krijgen, zodat we met minder chemie toe kunnen.”
Regeneratieve landbouw
Een belangrijk aspect bij het regenereren van de bodem is minimale / niet-kerende grondbewerking. “Dan hou je de toplaag intact.” vertelt Sytze. “Zo blijft het bodemleven, dat de voedingstoffen beschikbaar moet maken voor de plant, dicht bij de wortels.” Het zogenoemde ecoploegen, op een diepte van 10 tot 15 centimeter, is ook een optie. Naast experimenten hiermee, wordt er onderzocht welke gewassen het best in rotatie na elkaar kunnen worden geteeld.
Sytze: “De hoofdzaak is dat we in de regeneratieve landbouw kijken naar versterking van het bodemcomplex, welke opeenvolgende gewassen zijn daarbij het meest kansrijk? Zaak is dat de opeenvolgende gewassen door gewasresten, gastgewassen en eventueel onderzaai, een bijdrage leveren aan de bodem zodat de teelt van de gewassen met minder chemie toch succesvol kan zijn. Dan is je bodemvoorraad stikstof nog zodanig dat je met minder stikstof toe kunt in de vervolgteelt.”
Gastgewassen
Ook met zogenoemde ‘gastgewassen’ wordt dus geëxperimenteerd. “Zo kun je bijvoorbeeld cichorei gebruiken om verstorende lagen in de grond op te heffen, dankzij de lange penwortels. Als je zo’n gewas vervolgens gaat mulchen, kneuzen dus, dan hou je de bodem bedekt en kun je daar vervolgens weer in poten. Dat verbetert op den duur het gehalte organische stof in de bodem en tegelijkertijd het vochtvasthoudend vermogen.”
“Meerdere gewassen op één perceel is ook een optie. Dat is bovendien goed voor de biodiversiteit, één van de parameters binnen de proeftuin. Het doel is ook dat er continu levende wortels aanwezig zijn in de bodem”, geeft Sytze aan. “Zo houd je de micro-organismen in de bodem actief. Elke plantensoort heeft ook zijn eigen schimmelwerende methoden. Hoe meer diversiteit op een perceel, hoe weerbaarder de grond wordt tegen bodemschimmels.
‘Covercrops’, oftewel gewassen die ook in de winter de percelen bedekt houden, dragen daar eveneens aan bij.” legt hij uit. “Dat kan een vanggewas zijn, maar ook een teelt wintergraan.”
Bodemtoevoegmiddelen
Sytze: “Ook het gebruik van strorijke stalmest is een belangrijke factor voor het verbeteren van de bodem en dan met name het gehalte organische stof. Daarnaast zal in de proeftuinen worden onderzocht welke van de vele bodemtoevoegmiddelen die op de markt zijn, écht bijdragen aan een betere bodemgesteldheid.”
Drie proeftuinen
Er is een proeftuin in de akkerbouw, in de bollenteelt en in de veehouderij. “We willen de bodem terugbrengen in een meer natuurlijke staat, resetten naar de beginstand. Het uitgangspunt is niet per se dat er helemaal geen gewasbeschermingsmiddelen meer worden gebruikt. Het gaat erom dat we meer aandacht geven aan de bodembiologie, zodat de bodem weer voor ons gaat werken, en met minder input meer opbrengst levert..” benadrukt Sytze. “Regeneratieve landbouw is kortom een methode om het bewustzijn van het belang van bodemmicrobiologie te vergroten. De gevolgde methoden zijn op maat dus per bedrijf en grondslag variërend.”
Meer weten?
Wil je meer weten over de proeftuinen? Neem dan vrijblijvend contact op met Sytze Waltje.
Het project Proeftuinen regeneratieve landbouw Noord-Holland is mogelijk gemaakt door steun van de provincie Noord-Holland en het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland (POP-EIP)