In de rubriek ‘#trots’ op het intranet vertellen collega’s binnen onze organisatie over mooie projecten, een bijzonder resultaat of een leerzaam traject. Deze keer delen we die – met trots – ook buiten onze organisatie! In vijf vragen en antwoorden vertelt Oscar Orij, facilitair manager Eurest over het lokaal inkopen van eten voor het bedrijfsrestaurant van de provincie.
Vertel. Waar ben jij trots op?
“We zetten meerdere stappen om de catering te verduurzamen. Er zijn verschillende initiatieven: het ene initiatief richt zich op de eiwittransitie, van vlees naar plantaardig, en het andere initiatief is om producten vaker lokaal in te kopen. Eurest is daarom een samenwerking aangegaan met het bedrijf Local2Local, dat streekproducten van de omgeving naar restaurants brengt. Zo kun je het rijke voedselaanbod van boeren uit de provincie terugvinden in onze bedrijfsrestaurants, o.a. bij de provincie. De bloemkool komt dus niet meer uit Frankrijk, maar krijgen we van de boer om de hoek.
Daarnaast geven we lokale voedselproducenten de kans om hun producten te presenteren in het bedrijfsrestaurant. Op 31 maart was in het bedrijfsrestaurant een schapenboer te gast van firma Schapenstreek uit Lutjebroek. Het keukenpersoneel in het bedrijfsrestaurant maakt daar dan wat lekkers van. Met die kazen hebben we onze broodjes en salades belegd. Hiervoor is ook al een boer met knolselderij langs geweest en zijn oesterzwammen uit Haarlem gepresenteerd.
Wat is er lastig aan dit project?
“Eurest is een wereldwijd opererende cateraar die in ieder geval in Nederland 1 leverancier had voor verse producten. Die werden geleverd in 1 vrachtwagen. Daar komen nu losse leveranciers bij. Om dit goed te regelen hadden we een nieuw bestelportaal nodig. Nu komt er naast de vrachtwagen een andere auto die de lokale producten bij de boeren ophaalt en het bij de provincie aflevert. Dat gaat op een duurzame manier, want de producten worden geleverd met een elektrische wagen.
Ook moet je rekening houden met hoe de producten worden aangeleverd. We waren namelijk wel wat luxe gewend. Zo was de groente altijd van tevoren gewassen en de kaas gesneden. Bij lokale producten is dit soms anders en moet je met de boer en het team een oplossing bedenken.”
Wat merken collega’s?
“Elke maand komt nu een lokale boer op donderdag producten presenteren in het bedrijfsrestaurant. Er staan dan 2 tafels waarop de producten zijn uitgestald. De Gasten kunnen het eten proeven en ze worden verwerkt in de gerechten in het restaurant. Dit kondigen we aan via het intranet. Ook volgen onze medewerkers de Greendish academie. Hierdoor wordt hun kennis uitgebreid en kunnen ze vragen van de gasten over duurzame voeding beter beantwoorden.”
Waarom vind jij dit project belangrijk?
“Ik heb kinderen en ik wil graag dat zij in een mooie wereld blijven leven. Als we nu geen stappen zetten, dan laten we geen mooie wereld achter. Met lokaal inkopen kunnen we weer een kleine bijdrage leveren. Maar bijvoorbeeld ook door minder eiwitten te consumeren en meer plantaardig te eten. Ik houd zelf erg van vlees, dus dat is wel eens lastig. Maar ook ik zet daar stappen in. Ik denk dat iedereen wel iets kan bedenken om te verduurzamen.”
Wat vind jij het leukste aan je werk?
“De veelzijdigheid. Geen dag is hetzelfde. Ik werk samen met een heel leuk team van 44 collega’s die elke dag zorgen dat er een gastvrij ontvangst is, het bedrijfsrestaurant goed draait en de gebouwen schoon zijn. Ik vind het leuk om het team te begeleiden en te coachen, maar ook om de schakel te zijn tussen de provincie en de dienstverlener (Eurest).”