Hoe kun je melkveehouders stimuleren om nog duurzamer te werken? Dat kan onder meer door hun duurzaamheidsprestaties meetbaar, en daarmee zichtbaar, te maken en ze vervolgens te belonen en waarderen voor goede prestaties. Om te komen tot zo’n beloningsregeling, werkte de provincie Noord-Holland samen met CONO Kaasmakers in een pilot.
Het doel van de pilot is het ontwikkelen van een beloningssysteem waarin de individuele prestaties van melkveehouders op provinciale doelen in het landelijk gebied gemeten worden en waarop verschillende partijen in de toekomst kunnen belonen. De afgelopen 1,5 jaar namen tien melkveehouders van CONO Kaasmakers deel aan de pilot. Agrarisch adviesbureau Boerenverstand was verantwoordelijk voor het projectmanagement.
Caring Dairy ervaring
CONO Kaasmakers is een coöperatie van melkveehouders in Westbeemster die al 120 jaar bestaat. De coöperatie heeft al ervaring met het stimuleren en verbeteren van de duurzame prestaties van de melkveehouderij. Dat doet ze zelf al sinds 2008 via haar Caring Dairy aanpak. Met deze aanpak meet ze de manier waarop de boer diens bedrijfsvoering runt om melk te produceren. Met de hulp van 18 indicatoren beloont CONO de melkveehouders op basis van het resultaat van hun inspanningen. Deze aanpak van meten, evalueren, verbeteren en belonen past goed bij de provinciale opgaves op het gebied van bodem, water, klimaat en biodiversiteit.
Ondernemersvrijheid door Kritische Prestatie Indicatoren
De pilot heeft inzichtelijk gemaakt hoe de bedrijfsvoering en de maatregelen die een melkveehouder neemt, meetbaar zijn in de vorm van Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s), en hoe deze vervolgens te koppelen zijn aan de doelen van de provincie. Door op deze KPI’s, zoals stikstofbodemoverschot, ammoniakemissie en fosfaatbalans, te sturen weet de melkveehouder waar hij aan toe is en kan elk bedrijf een bijdrage leveren aan opgaven in het landelijk gebied. De melkveehouder zit niet vast aan generieke en veelal beperkende maatregelen, maar heeft de vrijheid om tot een gesteld doel (KPI) te komen met de inspanningen die passen bij de eigen bedrijfsvoering.
Realistische streefwaarden
Kern van de pilot was het gezamenlijk bepalen van streefwaarden voor de KPI’s. Welke streefwaarden zijn realistisch in de praktijk? Met welke streefwaarden behaal je de gestelde doelen of lever je er voldoende bijdrage aan? De pilot is in juni 2024 afgesloten met een bijeenkomst met melkveehouders, verschillende beleidsmedewerkers van de provincie op het gebied van natuur, water en klimaat en het waterschap HHNK. Daarbij ontstond een zinvolle dialoog waarin de melkveehouders ook hun zorgen konden delen.
Een belangrijke conclusie naar aanleiding van de pilot is dat belonen op resultaat de agrariërs waardering geeft voor het werken aan duurzaamheid, waardoor er ook stappen worden gezet. Het gaat uiteindelijk over de bestaanszekerheid van bedrijven en het bieden van perspectief. Daarom is het vanuit de overheid belangrijk om duidelijke doelen te stellen en melkveehouders in staat te stellen die doelen te behalen. Meten met behulp van KPI’s kan hierin van groot belang zijn. Denk bijvoorbeeld aan het verkrijgen van pachtvoordeel, rentekorting of andere voordelen wanneer een hogere score wordt behaald op de KPI’s.
Onderdeel van een landelijke verkenning
Landelijk zijn er meerdere pilots rond doelsturing met kritische prestatie indicatoren (KPI’s). Deze pilot in de Beemster is daar een van. De eerste stappen om te komen tot een beloningssysteem zijn nu gezet, landelijk wordt erop voortgebouwd.